De lama

Deze evenhoevige kameelachtige kent zijn oorsprong in het Andes gebergte. Daar werd het dier aangehouden voor zijn vacht en als lastdier. De lama valt onder de categorie herkauwers met die nuance dat bij dit dier maar sprake is van 3 magen tegenover de 4 magen bij herkauwers. Dit is ook het geval bij zijn kleinere verwante, de alpaca. De lama valt op zich makkelijk te herkennen aan zijn bananenoren. Daarnaast onderscheidt het dier zich van de alpaca door de hogere schofthoogte van 1 m tot 1,20 meter en zijn gewicht tot wel 150 kg.

Weide

Gezien zijn statuut als kuddedier laat de lama zich best houden met minstens 1 soortgenoot. Dit op een oppervlakte van 1000 m² per beest. Daarnaast wordt er best een stuk verharde ondergrond voorzien. Dit zorgt naast een meer natuurlijke afslijting van de nagels, voor een verharding van de huid. Een continu nattere ondergrond brengt immers een verhoogd risico op teenproblemen met zich mee. Hoewel het dier voorzien is van een stevige vacht, is het voorzien van beschutting een must. Hierbij moet er gerekend worden op minstens 2 m² per dier. Naar omheining toe, is een net van minsten 1.5 m hoogte op zijn plaats.

Huid

Gezien de dikke vacht van dit dier, is een jaarlijkse scheerbeurt op zijn plaats. Daarnaast dient er een goede mineralen – en vitaminevoorziening aanwezig zijn. Dit om naast een goede huidgezondheid, de algemene gezondheid beter te garanderen.

Source of all pictures on this website: https://unsplash.com/ (freely usable images)